donderdag 10 december 2009

Topkantoor

Het Woordpaleis huist op het Damrak. Maar een paar honderd meter van dat andere paleis, maar het mijne is natuurlijk veel mooier, dat is duidelijk. Als ik me 's ochtends door de schrale bierlucht van de onderburen heen heb geworsteld, een etablissement met de welluidende naam: Teasers, dit omdat de serveersters steevast te heet gewassen hempjes aan hebben op nog heter gewassen broekjes en dat opgevat kan worden door menig aanwaaiend toerist als teasend, want de meisjes 'bedienen alleen maar en verder niks', werk ik mezelf drie hele hoge trappen op. Wat is dat trouwens met trappen? Waarom zijn die zoveel zwaarder te nemen dan, laten we zeggen: een halve marathon? Van dat laatste heb ik er inmiddels 5 op mijn naam staan, maar die trappen zijn elke ochtend bijna mijn dood. Eenmaal aangekomen, draai ik de sleutel om en loop ik de mooiste kamer van het pand in. Op de derde verdieping, hoog boven het gepeupel, straalt de zon me tegemoet door 5 grote ramen. Ook als 'ie niet eens schijnt. Het Nespresso-apparaat voorziet me van precies de gewenste vorm van caffeïne en de hardnekkige didgeridoo-speler, die zichzelf regelmatig op straat, precies onder één van die 5 ramen posteert, is nog lang niet wakker. Wat een rust. En daar, na de boekhouding, de mails, het internetnieuws en af en toe een 'uitzendinkje gemist', ga ik aan Het Echte Werk. De teksten rollen zo uit het toetsenbord in mijn geweldige Paleis. Als ik laat in de avond de dubbele rolluiken sluit (het blijft hartje Amsterdam), kijk ik even bij de buren naar binnen. Ook zij werken nu op volle kracht en ik zie nog net hoe een, aan alle kanten uitpuilende Teaser-serveerster op rolschaatsen, een blad warme chocolademelk met slagroom uitserveert. Aan een gezin met drie kinderen.