dinsdag 21 oktober 2008

Van fabriek naar paleis

What's in a name? Nou. Een heleboel, zo blijkt. Ging ik vorig jaar met volle kracht vooruit van start met een nieuwe naam voor mijn reeds anderhalf decennium oude tekstbureau, bestaat er al een Woordfabriek! Eentje die jammer genoeg al een jaar eerder op die geweldige naam was gekomen. Tsja. Na wat heen en weer gemail, moest ik de realiteit onder ogen zien. Mijn kindje, mijn oogappeltje, mijn fabriek waar de mooiste teksten werden geproduceerd, moest een andere naam krijgen. Stel je eens voor dat je een echt kind ineens anders moet gaan noemen. Dat gaat bijna niet. Omdat elk kind op zijn naam gaat lijken. Dat gaat vanzelf. 'Jij bent een echte Petra,' hoor je dan iemand zeggen. Me hoela. Ik ken namelijk ook Petra's die er héél anders uitzien. Maar dat terzijde. Zo ook met een bedrijf. Er zijn wel 80 namen de revu gepasseerd, maar niks werd goed bevonden, want ik wás inmiddels een Woordfabriek. Afijn. Na lang en rijp beraad en nadat het zuchten van mijn omgeving (die maandenlang heeft moeten meedenken) me te luid werd, heb ik de knoop doorgehakt. Ik ga upgraden. Van Fabriek naar Paleis. Je kunt ergere stappen maken in je leven nietwaar? De Woordfabriek wordt Het Woordpaleis. Voor een schat aan woorden en plannen. Past helemaal bij me. Toch?

woensdag 3 september 2008

Arbeidsperspectief

't Is maar wat je erin stopt. Of zou je het totaal niet voor het zeggen hebben wat er ooit uitkomt. Uit je kinderen bedoel ik. Mijn oudste (9) heeft bedacht dat hij 'voor zijn werk' journalist wordt. En wel eentje die 'door heel Nederland reist.' Hetgeen voor de kleine man een afstand van hier tot Tokio is. 'Voor zijn hobby' wordt hij daarnaast toneelspeler. Vermeld dient hierbij te worden dat zijn moeder freelance journalist is, die inderdaad 'voor haar werk' onlangs helemaal naar Maastricht is afgereisd en zijn vader TV-presentator. Erg origineel is hij dus niet zou je kunnen vaststellen, maar uiteraard voel ik me zeer vereerd. De kleinste telg (5) heeft bedacht dat hij 'voor zijn baan' boekenschrijver gaat worden en 'voor zijn hobby' kunstenaar met schilderijen. Die werk/hobby-indeling heeft zijn broer bedacht en daar is geen speld tussen te krijgen. Zo kun je dus mooi doen wat je het liefste wilt in het leven, maar toch geld verdienen. Zowel zijn vader als zijn moeder verlangden al op jonge leeftijd hartstochtelijk naar het toneel, maar daar waren onze beider ouders op hun beurt wat minder verguld mee. "Daar kun je toch niet van leven," was zo'n beetje de gangbare strekking in die tijd. En dus werd zijn vader eerst journalist bij een bouwkrant om zijn vader te laten zien dat je 'van schrijven best kunt leven' en ging zijn moeder Nederlands studeren. Ook leuk. Maar diep in mijn hart was ik toch wel heel graag die geweldige actrice geworden a la Meg Ryan. Zo'n leuke naturelle girl next door, die je laat lachen en huilen tegelijk. Zoiets. En dus nam ik me altijd voor om mijn eigen kroost geen strobreed in de weg te leggen, mochten ze creatieve ambities koesteren. Bovendien verdient hun vader er inmiddels een dik belegde boterham mee. Maar ze zijn dus zelf een stuk pragmatischer aanlegd. Je hebt werk en je hebt hobby. Keep on dreaming mam...

woensdag 4 juni 2008

Site-maagd

Een leuke webtekst voor een reisbureau, een bevriende ontwerpster, een tijdschrift. Ik draai mijn hand er niet voor om. Nou ja, ik zet ze allebei op het toetsenbord. Dat wil zeggen, dat probeer ik sinds kort, want ik schijn al die jaren verkeerd te typen. Met een soort van zwevende polsen that is, ergens boven de letterknoppen. De teksten werden daar niet beter of slechter van, maar mijn rechterschouder wel. En dus moeten mijn polsen nu 'rusten' op het tafelblad, terwijl ik typ, waardoor er regelmatig dit qsoort worrden oip mijn scherm verschijnenn en die moet ik saarna de helke tij gan zitten vbeteren wat niet echt iop schiet, maar ik dwaal af. Een tekst voor je eigen site schrijven is hele andere koek. Kijk, dat je op een weblog het achterste van je tong laat zien en je persoonlijke bevindingen dan wel irritaties met iedereen deelt, soit. Daar is deze pagina voor en als dat je hoegenaamd geen moer kan schelen, kijk je lekker niet. Maar de rest van mijn heuse echte site (mijn allereerste, ik ben nog site-maagd), dat is een Ding. Daar gaan dadelijk onbekende mannen met stropdassen op kijken, die erover denken om mij in te huren. Of vrouwen in hippe mantelpakken die een vlotte foldertekst willen. Die moeten dan wel voelen dat ze met een goed bedrijf te maken hebben en geen houtje-touwtje site aantreffen. En sites in de ik-vorm hebben dat gehalte al snel. Vind ik. Dus praat ik over mezelf in de derde persoon. Petra Vollinga dit, De Woordfabriek dat. 'We' kunnen overal over schrijven en 'ze' zit al vijftien jaar in het vak. Zou de koningin dat ook doen als ze 's ochtends wakker wordt? "Beatrix heeft goed geslapen en ze is klaar voor een gekookt eitje bij haar ontbijt." Het heeft wel wat, ik denk dat ik het er maar in hou. Petra Vollinga (1969) gaat nu haar vierde kop koffie zetten van vandaag. Dan is ze namelijk op haar best. De Woordfabriek gedijt namelijk fantastisch op cafeïne.

zondag 25 mei 2008

Tante Bep


Oude liefde roest niet. Maar in mijn geval dus wel. En niet zo'n beetje ook. Mijn Grote Liefde staat al maandenlang dag en nacht voor mijn raam. Op de uitkijk. Als ik thuiskom krijg ik een knipoog vanonder haar lieve wimpers. Ze straalt me letterlijk tegemoet. Maar ik doe niks. Soms ga ik even bij haar zitten. Daar geniet ze duidelijk van. Ze kan het nog. Dan aai ik haar even liefdevol over haar bolletje en kan ze er weer even tegen. Van ellende is ze door haar rechterachtervoet gezakt. Leeggelopen van verdriet. Stilstaan doet niemand goed. Ook haar niet en iedereen moet verder in het leven. Ook zij. Soms moet je door met andere mensen. Die weer heel goed voor je gaan zorgen. Omdat voor hen alles nieuw is. Je geur, je kleur, je kuren. Die houden weer van je precies zoals je bent. En zo hoort het ook. Dinsdag komt er weer iemand naar haar kijken. Hopelijk neemt ze haar mee naar huis, zodat ze weer de aandacht krijgt die ze verdient. Met pijn in mijn hart zal ik haar uitzwaaien, op weg naar haar nieuwe toekomst zonder mij. Mijn lieve Tante Bep. De mooiste Kever die er is.

donderdag 17 april 2008

Ode aan de liefde

Wat is het moeilijkste onderwerp om interviewkandidaten voor te strikken? In de veelvuldig beviste Bekende Nederlanders-vijver wel te verstaan. Hoeveel ze verdienen? Hoe hun jeugd was? Wat voor ondergoed ze dragen? Niks van dat al. Alles mogen we van ze weten, meer dan ons zelf soms lief is. Waar ik al ruim drie weken mee bezig ben? Een bekend koppel bereid vinden om te vertellen waarom ze zoveel van elkaar houden. Een mooie, eerlijke ode aan de liefde moet het worden voor een speciaal man/vrouw-nummer van Esta. Lijkt me toch een prachtig onderwerp. Eens een positief verhaal in plaats van al het gezeur over beroemdheid en hoe daarmee om te gaan. Of de carrière en het moederschap. En hoe daarmee om te gaan. Geen depressief gegraaf in moeilijke jeugden, zelfs als die er helemaal niet waren. Gewoon los van elkaar vertellen wat je zo leuk aan elkaar vindt. En wat niet. Maar waarom dat dan toch niet uitmaakt, omdat je nou eenmaal bij elkaar wilt zijn. Maar blijkbaar is dat één van de laatste taboes. Er eerlijk voor uit komen waarom je gelukkig bent. Dat kan natuurlijk niet. Ik blijf stug doorzoeken. Naar een bekende Nederlandse man en vrouw die elkaar ouderwets romantisch in het zonnetje willen zetten. Zodat er nog hoop voor alle andere stervelingen over blijft...

woensdag 16 april 2008

Je verzint het niet

Soms is mijn werk een cadeautje. Dan komen de verhalen van mensen als vanzelf in mijn schoot terecht. Zo ging ik gister op pad voor De Pers en de Metro. Daar heeft de NS iedere week een halve pagina tot zijn (of is het haar?) beschikking en die wordt veelvuldig vrolijk door mij gevuld met allerhande interessants. Zoals daar zijn: Wat eet u vandaag? En dat in een bomvolle coupé. Misschien niet heel hoogstaand journalistiek werk, maar wel ontzettend leuk. Omdat al die mensen die elkaar nog nooit gezien hadden en als enige verbintenis hadden dat ze toevallig die ochtend van Amsterdam naar Roosendaal wilden, binnen vijf minuten met elkaar in gesprek raakten en het gehele treinstel in no time driftig recepten met elkaar zat uit te wisselen. Maar goed. Dat was vorige week. Gister waren fotograaf J. en ik ons werk aan het doen bij de bloemenstal op Amsterdam CS. Met de vraag: "Voor wie zijn die?" hoopten we op iets meer te stuiten dan: 'voor mijn oma.' En ziedaar. Ons derde slachtoffer, buitenlands uiterlijk, goed in de kleren, stralend gezicht. De knalgekleurde bloemen zijn "voor mijn advocaat. Omdat ik vorige week woensdag van haar heb gehoord dat mijn verblijfsvergunning rond is." Hij ging haar met de bos bloemen bedanken voor wat ze allemaal had gedaan. Moest nog 600 uur naar school en kon dan eindelijk, na 8 jaar wachten, een echte baan gaan zoeken. "Als kok, in een restaurant graag. Want ik woon hier alleen en dus kan ik inmiddels heel goed koken. In een shoarmatent lijkt me geweldig. Dan kan mijn echte leven eindelijk beginnen. Ik ben zo blij!" Je verzint het niet...